Kruip in de huid van een meisje in een AZC en ervaar waar je tegenaan loopt als je lid wilt worden van een Nederlandse sportclub.
Stel, je bent 16 jaar oud. Je woont in een land hier ver vandaan. Het is er gevaarlijk en er is nauwelijks werk of voedsel.
Je besluit naar Nederland te gaan. Jouw nicht is daar al eerder naartoe gevlucht. Na een aanmeldcentrum, kom je terecht in een noodopvang, en daarna in een AZC.
Het is druk in het AZC. Je woont er dicht op elkaar. Je voelt je gestrest. Je verveelt je.
Dan heb je een idee! Jouw nicht, die al eerder naar Nederland is gevlucht, is lid geworden van een lokale voetbalclub. Dat wil je ook! Maar hoe doe je dat: lid worden? Waar begin je?
Je besluit naar een COA-medewerker op het AZC te gaan voor hulp. De COA-medewerker vindt het een top idee! Ze heeft alleen geen tijd om je te helpen. Er zijn te weinig COA-medewerkers, dus ze heeft het te druk.
Dan trek je de buurtsportcoach aan zijn mouw: "Ik wil graag voetballen bij een voetbalclub. Weet jij hoe dat moet?" De buurtsportcoach is meteen enthousiast. Binnen een paar dagen regelt hij een proeftraining bij de plaatselijke voetbalclub:
"Komende dinsdag 18:30!"
Na een paar dagen is het zo ver: het is dinsdag 18:15. De buurtsportcoach komt je ophalen en samen fietsen jullie naar de training.
Je voelt je onwennig. De Nederlandse jongens en meisjes praten vooral met elkaar. Je verstaat er niks van.
De training is afgelopen. Wat ben je blij dat je de buurtsportcoach weer ziet! Samen fietsen jullie terug. "Ga je volgende week zelf naar de training?" zegt de buurtsportcoach. "Je weet nu hoe je er komt.
Zelfde tijd, zelfde plaats!"
Je komt thuis. Je ouders zijn ontdaan. In het land waar je vandaan komt, voetballen meisjes niet, en al helemaal niet samen met jongens!
Het is 7 dagen later, 18:30. Je vindt het spannend om te gaan. Je treuzelt, raapt je moed bij elkaar en fietst rond 18:45 richting de voetbalclub. Je hebt namelijk niet gehoord dat je precies op tijd bij de training moet zijn.
Ondertussen, 18:30 op de voetbalclub... De trainer staat op je te wachten. Hij wil je graag meer vertellen over de voetbalclub, maar waar blijf je nou?
Je komt om 19:00 aan op de voetbalclub. De training is inmiddels begonnen. De trainer is druk bezig. Hij heeft nu geen tijd meer voor je.
Teleurgesteld ga je weer terug naar het AZC. Je hebt niet het gevoel erbij te horen. Je besluit niet meer naar de training te gaan. Wat maakt het ook uit. Je weet toch niet hoe lang je hier nog mag blijven. Misschien zit je volgende week weer in een ander AZC.
Wat ging hier mis?